Doorgaan naar hoofdcontent

Vervelen is gezond

Laatst las ik daar iets over. Er was weer eens een onderzoek gedaan en het bleek dat vijf minuten nietsdoen voor de moderne westerse mens een zeldzaamheid is. Ieder moment wordt de mobiele telefoon uit de zak gegrist om de tijd te doden. Wachten zonder mobieltje in de hand lokt een ontwenningsreactie uit. Er worden stresshormonen aangemaakt door het lichaam en het gevoel kan zodanig onprettig aanvoelen, dat het te vergelijken is met angst.

Bij dit soort berichten heb ik de neiging mezelf aan de kant te scharen van de onderzoeker. En als zo’n onderzoek gaat over iets dat betrekking kan hebben op mezelf, denk ik dat ik me aan de gezonde kant bevind van de onderzoeksgroep. Je hoort wat je wilt horen…

Vandaag moest ik er ineens weer aan denken. Dat mobieltje brandt weer steeds vaker in mijn zak. En nu doe ik het in mijn tas omdat ik naar de dierenarts ga. Voor het geval ik later aan de beurt ben, om me niet te hoeven vervelen. Op dat moment kwamen die woorden weer in me op: Vervelen is gezond. En omdat ik net van een yoga & surf -vakantie kwam voor rust en ruimte in mijn hoofd, legde ik snel het toestel terug op tafel alsof het ding besmet was.

Met mijn kat op de fiets reed ik door mijn dorp waar in een week de Azalia's waren uitgebloeid, de graskanten waren gemaaid en waar het ondanks de ochtendkoelte rook naar hooi. Bij de dierenarts werd Jizo meteen geholpen en zo kon ik pas op terugweg een beetje mijmeren over wachttijd.

In de week van yoga en surfen logeerde ik met een tiental jongeren in een hostel. Surfen is wachten, werd me de eerste ochtend gezegd. De instructeurs reden naar een strandje dichtbij met zes jongeren in hun busje. Bovenaan het duin werd naar de zee gekeken. Wel vijf minuten bleven ze stil. Dan volgde overleg: blijven of zuidelijker kijken. Hetzelfde ritueel herhaalde zich. Surfen is wachten. We trokken anderhalf uur zuidelijker en daar vonden ze de geschikte golven. Vervolgens bemerkte ik dat de sport het wachten nodig heeft. Ook op het water wacht je altijd af. Je gaat pas peddelen als je een goede golf ziet, Tijdens de wachttijd rust je uit. Dat werd ook aangeraden in mijn eerste les. Als je moe wordt laat je gewoon een paar golven passeren. Je mag je plank ook gebruiken om uit te rusten.

De avonden waren gevuld met gesprekjes, lekkere warme gerechten en het wachten op de zoete thee met cake. Langzaam werd het donker en er was soms uren lang niemand met een mobieltje in de weer. Vakantie wordt uiteraard vaak gebruikt om op te laden. Maar vakantie zonder een telefoontje op zak is in een paar jaar tijd uiterst zeldzaam geworden. Bijna niet te doen ook. We weten de weg door Google maps, we zien de vertektijden op onze app, we maken foto's, meer dan je ooit terug kunt zien. We delen ze op social media, we zoeken een review op, kijken naar de valutakoers, spelen ons favoriete nummer af voor de juiste stemming en we kijken in de klokapplicatie hoe laat het thuis is...

Maken we onszelf niet veel te afhankelijk van dit aantrekkelijke gadget?

Kan ik mezelf uitdagen het vaker in thuis te laten?

De aanbieders van stilteretraites, yoga & surf -vakanties en meditatie-weekenden zijn groeiend, want iedereen moet zo nu en dan bijkomen van zijn drukke leventje. Maar waarom begin ik niet met zo nu en dan bijkomen tijdens dat drukke leven? Ik heb het niet over mediteren. Dat wordt zo overschat. Deze vorm van stilte zoeken is de moeilijkste oefening die de westerse mens kan leren beoefenen.
Nee.
Gewoon nietsdoen.
Even werkelijk niets doen.
Niets omhanden hebben en dan proberen rustig te blijven.
Geen koffie zetten.
Geen tijdschriftje pakken.
Gewoon doen alsof je op de trein wacht.

En dan proberen heel lang te wachten.



Reacties

Een reactie posten

Je reactie wordt naar mijn emailadres verzonden en komt daarom niet meteen in beeld,

Yvonne

Populaire posts van deze blog

Een Japanse scholier in huis

Ruimte De vorige winter is voor mij in een waas gehuld. Ten tijde van de boekpresentatie van Tokiko lag de wereld volledig stil. Boekhandels waren gesloten en bioscopen gingen dicht: de coronapandemie hield de wereld in zijn greep. Voor mij persoonlijk kwam er een crisis bovenop: capsulitis adhaesiva . In de volksmond frozen shoulder . Neem van mij aan dat dit woord niets zegt. Het niet kunnen bewegen van de schouder is één. De allesomvattende pijn is het serieuze probleem. De zwaartekracht maakte dat wandelen al zeer deed: bij elke stap een pijnscheut in het bovenlijf. Verdoven was de enige optie: tien pijnstillers overdag en THC voor de nacht. In de zomer begon het beter te gaan; de pijn zwakte af. En met hulp van fysiotherapie ging ik langzaam vooruit. Maar ik werd vreselijk somber van het koele natte weer. Veel grenzen gingen open en die van Japan bleef potdicht*. En hoe meer ik daar bij stilstond, hoe vervelender dat voor me werd. Ik begon met opruimen. Niet zomaar een beetje

Doe wat je wilt en alles komt goed

Elke dag hoor ik ‘ik ga douchen’ en ‘ik ga boven’.  Waarom is dat laatste niet goed? Het is immers: ‘I go upstairs’?  Het zijn kleine dingen die me opvallen, omdat mijn gastzoon Nederlands leert. Zal ik er iets van zeggen of niet? Het is al heel fijn dat Haruto aangeeft dát hij naar boven gaat, want dat heb ik hem moeten leren. Dat het netjes is als je af en toe iets zegt. Zeker als je naar boven of naar buiten gaat. Ik vraag me af waarom Haruto zich zo muisstil door ons huis begeeft. Is de manier waarop je ruimte inneemt cultuurbepaald? Ik denk van wel. Ik ben goed in observeren. In mijn tijd op de pedagogische academie was dat een ‘vak’. We kregen leerling-observatie-opdrachten mee op stage. Heerlijk vond ik het om bepaald gedrag te turven vanuit een stoel achterin de klas. Je kunt daar zoveel informatie uit halen. Het is een tweede natuur geworden. In elke cultuur kennen we gewenst en ongewenst gedrag. Iedere opvoeder weet dat je gewenst gedrag kunt stimuleren en dat je ongewens

Level up!

Je fietssleutel ligt binnen handbereik en je aait liefdevol de lange haren van Ekko, die zich uitstrekt over de plek waar net nog je ontbijtbord stond. Je draagt je zwarte hoodie met capuchon en daaroverheen het rode dons jack van je vader. Als ik om acht uur beneden kom, vraag ik of je Ekko zult missen. Je zegt ja.   Na school fiets je naar je nieuwe gezin. Een volgende stap in je culturele uitwisselingsjaar. Het gaat anders dan toen je bij ons kwam. Zo weet je van deze mensen nog vrijwel niets: je weet geen namen en hebt alleen een adres. Op de kennismaking dag gooide een positieve test roet in het eten en nu de familie uit quarantaine is kom je meteen voor het eggie. Je blijft daar tot de zomervakantie. Straks zul je voor de laatste keer uit Heiloo vertrekken, om de inmiddels bekende zes kilometer langs de uitgestrekte polder te fietsen. Vanaf morgen kun je het lopend af. Je komt in een gezin met kinderen terecht. En in plaats van katten zijn daar vissen in huis. Dochterlief mag