Doorgaan naar hoofdcontent

De hartsoetra

Een Japanse stad tussen Osaka en Kobe in. Iets uit het centrum tegen de heuvels een buitenwijk met brede straten en veel groen. Een eengezinswoning met leistenen dakpannen en een lage teakhouten poort met afdak. Langs de muren Geisha-rode Azalea's, pralend tussen steen en groen. Ik kom voor het eerst bij zijn ouderlijk huis. 

Schoenen uit voor je de verhoging opstapt en dan op slofjes naar de huiskamer. De glazen schuifpui naar de binnentuin wordt opengezet en ik kijk rond in een tatami-kamer, waar ik ogen te kort kom. Vellen papier met gepenseelde tekens liggen op het lage tafeltje. Daaromheen onnoemelijk veel schilderijtjes en reproducties achter elkaar op de grondNyorai en Bosatsu in vitrinekastjes aan de wand. De uit hout gesneden figuurtjes met kransen als kant en aura's van vuur, zijn gedaanten van Boeddha en zijn verlichte helpers.  

Ik loop naar het huisaltaar met de foto's van moeder en oma. Voor beide overledenen staat een kommetje rijst en een verpakt koekje klaar, naast een kandelaartje met kleine kaars. Yutaka steekt ze aan en ik kniel neer voor deze butsudan. Ik wil de boeddhistische tekst inzetten, die ik thuis elke dag voor mijn moeders foto opzeg. Dat is de hartsoetra die ik op het eiland Shikoku heb geleerd. Ik ken het inmiddels uit mijn hoofd. Mijn oog valt op een gebonden boekje naast de klankschaal. Als ik het open sla, zie ik dat het een stempelboek is. Een kleinere versie van de mijne, die ik overhield aan mijn pelgrimstocht langs 88 tempels in 2013. De eerste zes bladzijden hebben stempels en een kalligrafie en de overige bladzijden zijn (nog) leeg. De vader van Yutaka blijkt niet zomaar een boeddhist te zijn, maar net als ik, een aanhanger van het Shingon boeddhisme.  

De oud onderwijzer heeft vele hobby's en interesses en de meest bijzondere is het overschrijven van de hartsoetra. Deze oefening van toewijding heet shakyou. De tekst die ik elke dag reciteer ligt hier in honderdvoud naast de vitrine op een stapel. Ik kan nauwelijks geloven dat iemand van over de tachtig zo'n vaste hand heeft. De kanji zijn als boekgedrukt. De meeste zwart op wit, een enkele in goud op blauw. 




De eeuwenoude teksten van boeddhistische soetra's kwamen uit India. De Chinese monnik Xuanzang heeft er halverwege de zevende eeuw veel uit het Sanskriet naar het Chinees vertaald. Weer honderdvijftig jaar later kwam de Japanner Kūkai met de teksten in aanraking. De Chinese tekens zijn dezelfde, maar ze worden door Japanners anders uitgesproken.  

Kūkai is de stichter van het Shingon boeddhisme. Hij is degene in wiens voetstappen de pelgrims lopen die de 88-tempeltocht van Shikoku doen. Ik ben tijdens deze tocht langzaam vertrouwd geraakt met de Japanse klanken van de hartsoetra, na ze bij alle 88 tempels meerdere malen te hebben gehoord. 

Omdat de pelgrimstocht mij veranderd heeft en omdat ik daar nog elke dag dankbaar voor ben, vergeet ik nooit mijn 'gebed', bij het kaarsje van mijn moeder. De handgeschreven exemplaren van Yutaka's vader staan daar nu naast. 

Reacties

Een reactie posten

Je reactie wordt naar mijn emailadres verzonden en komt daarom niet meteen in beeld,

Yvonne

Populaire posts van deze blog

Een Japanse scholier in huis

Ruimte De vorige winter is voor mij in een waas gehuld. Ten tijde van de boekpresentatie van Tokiko lag de wereld volledig stil. Boekhandels waren gesloten en bioscopen gingen dicht: de coronapandemie hield de wereld in zijn greep. Voor mij persoonlijk kwam er een crisis bovenop: capsulitis adhaesiva . In de volksmond frozen shoulder . Neem van mij aan dat dit woord niets zegt. Het niet kunnen bewegen van de schouder is één. De allesomvattende pijn is het serieuze probleem. De zwaartekracht maakte dat wandelen al zeer deed: bij elke stap een pijnscheut in het bovenlijf. Verdoven was de enige optie: tien pijnstillers overdag en THC voor de nacht. In de zomer begon het beter te gaan; de pijn zwakte af. En met hulp van fysiotherapie ging ik langzaam vooruit. Maar ik werd vreselijk somber van het koele natte weer. Veel grenzen gingen open en die van Japan bleef potdicht*. En hoe meer ik daar bij stilstond, hoe vervelender dat voor me werd. Ik begon met opruimen. Niet zomaar een beetje

Doe wat je wilt en alles komt goed

Elke dag hoor ik ‘ik ga douchen’ en ‘ik ga boven’.  Waarom is dat laatste niet goed? Het is immers: ‘I go upstairs’?  Het zijn kleine dingen die me opvallen, omdat mijn gastzoon Nederlands leert. Zal ik er iets van zeggen of niet? Het is al heel fijn dat Haruto aangeeft dát hij naar boven gaat, want dat heb ik hem moeten leren. Dat het netjes is als je af en toe iets zegt. Zeker als je naar boven of naar buiten gaat. Ik vraag me af waarom Haruto zich zo muisstil door ons huis begeeft. Is de manier waarop je ruimte inneemt cultuurbepaald? Ik denk van wel. Ik ben goed in observeren. In mijn tijd op de pedagogische academie was dat een ‘vak’. We kregen leerling-observatie-opdrachten mee op stage. Heerlijk vond ik het om bepaald gedrag te turven vanuit een stoel achterin de klas. Je kunt daar zoveel informatie uit halen. Het is een tweede natuur geworden. In elke cultuur kennen we gewenst en ongewenst gedrag. Iedere opvoeder weet dat je gewenst gedrag kunt stimuleren en dat je ongewens

Level up!

Je fietssleutel ligt binnen handbereik en je aait liefdevol de lange haren van Ekko, die zich uitstrekt over de plek waar net nog je ontbijtbord stond. Je draagt je zwarte hoodie met capuchon en daaroverheen het rode dons jack van je vader. Als ik om acht uur beneden kom, vraag ik of je Ekko zult missen. Je zegt ja.   Na school fiets je naar je nieuwe gezin. Een volgende stap in je culturele uitwisselingsjaar. Het gaat anders dan toen je bij ons kwam. Zo weet je van deze mensen nog vrijwel niets: je weet geen namen en hebt alleen een adres. Op de kennismaking dag gooide een positieve test roet in het eten en nu de familie uit quarantaine is kom je meteen voor het eggie. Je blijft daar tot de zomervakantie. Straks zul je voor de laatste keer uit Heiloo vertrekken, om de inmiddels bekende zes kilometer langs de uitgestrekte polder te fietsen. Vanaf morgen kun je het lopend af. Je komt in een gezin met kinderen terecht. En in plaats van katten zijn daar vissen in huis. Dochterlief mag