Doorgaan naar hoofdcontent

De blinde vlek van de schrijver

Mijn boek is uit. Het verhaal is geschreven en wordt gretig gelezen. De titel van mijn boek verraadt veel. De magie van Shikoku, pelgrim op het eiland van de 88 tempels. Wat je daar uit kunt opmaken is dat ik ooit aan een pelgrimage begon en dat die reis heeft geleid tot het uitgeven van een boek. Wat je niet kunt weten, is dat de jaren van het schrijven en publiceren avontuurlijker waren dan ik ooit had kunnen vermoeden.

Wanneer mag je jezelf een schrijfster noemen? Het was mijn overtuiging dat je pas serieus tot die beroepsgroep hoorde als een uitgeverij iets in het werk zag. Het manuscript dat ik schreef werd door sommige uitgeverijen positief beoordeeld. Naast de standaardzin: ‘past niet bij ons fonds’, kreeg ik regelmatig complimenten bij mijn afwijzing. Ze zagen dus iets in mijn werk, maar wilden niet met me verder. Die weigering werd met een klein zinnetje uitgelegd: ‘commercieel niet interessant’. En daar was mijn gedrukte dikke stapel papier weer, enkelzijdig gekopieerd, in Times New Roman 12 met regelafstand anderhalf. In de door mij beschreven en voldoende gefrankeerde retourenvelop.

Een schrijver is een schepper. Hij creëert en maakt overwegingen vanuit ijver, innerlijke drijfkracht en gevoel. Er is geen schrijver die tijdens het werken aan geld denkt. De buitenwereld is tijdens het schrijfproces hooguit aanwezig in de vorm van ‘de lezer’. Het schijnt dat de helft van de schrijvers schept vanuit verteldrang aan een zeker publiek. De andere helft is voornamelijk voor zichzelf aan de slag.

Als het werk is gedaan, komt de periode waarin het wordt gelezen. Veel schrijvers werken met proeflezers en tekstredacteuren. Zij gaan in op de inhoud, verhaallijnen, techniek, gemaakte keuzes en datgene wat nog ontbreekt. Altijd staan zij in dienst van de schrijver en het verhaal. Na het eenzame ploeteren om de gekregen tips toe te passen en toestanden uit de weg te ruimen kan de schrijver pas tevreden zijn. Hij is klaar voor het indienen van zijn manuscript. Een hoopvolle zoektocht naar uitgeverijen waar het boek thuishoort. De schrijver denkt dat zijn creatie gaat worden beoordeeld op vakmanschap en originaliteit. En dan is daar die blinde vlek. De commerciële waarde van het boek. Dat het slechts daarom draait is nog nooit door hem bedacht!

Toen ik dit ontdekte wist ik wat me te doen stond. Mijn verhaal moest gelezen kunnen worden. Ik nam het heft in handen. Mijn boek moest er professioneel gaan uitzien. In uiterlijk niet te onderscheiden van mooie uitgaves van beroemde schrijvers. Rekening houdend met mijn blinde vlek voor commercie, zocht ik een vormgever die dat kon beloven. De vormgeving is bij een boek minstens even belangrijk als de inhoud. Zowel boekwinkels als lezers zijn namelijk alleen geneigd een boek te kopen dat er aantrekkelijk uitziet. Mijn titel en coverfoto werden door mijn vormgever rigoureus afgewezen. Ieder zijn vak, dat moet gezegd. De nieuwe titel en de lay-out van mijn boek bleken onlosmakelijk verbonden met het latere succes.

Ik heb er veel voor moeten doen. Een grote investering. Uitzoeken hoe je een ISBN-nummer krijgt. Het oprichten van een uitgeverij. Inschatten hoe groot de oplage moet zijn. Onderhandelen met drukkerijen. Berekeningen maken. Informatie vinden over marges. Een website bouwen. Pers aanschrijven. Lezingen geven. Alle promotie komt uit mijzelf. Langsgaan bij boekwinkels met een paar boeken en een consignatieformulier. Wachten op bestellingen. Geloven in mijn verhaal.
En nu heb ik 600 boeken verkocht en zijn mijn gemaakte kosten terug verdiend.
Missie geslaagd!

Reacties

  1. Mooi verwoord! Ik heb je schrijversproces van dichtbij meegemaakt en het is erg herkenbaar en leuk om beknopt te lezen waar je een paar jaar zo druk mee bezig bent geweest. �� Petje af!

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Anoniem18:31

    Wow respect!!
    Zowel je boek als dit verslag leest als een trein en vraagt naar meer!!

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten

Je reactie wordt naar mijn emailadres verzonden en komt daarom niet meteen in beeld,

Yvonne

Populaire posts van deze blog

Een Japanse scholier in huis

Ruimte De vorige winter is voor mij in een waas gehuld. Ten tijde van de boekpresentatie van Tokiko lag de wereld volledig stil. Boekhandels waren gesloten en bioscopen gingen dicht: de coronapandemie hield de wereld in zijn greep. Voor mij persoonlijk kwam er een crisis bovenop: capsulitis adhaesiva . In de volksmond frozen shoulder . Neem van mij aan dat dit woord niets zegt. Het niet kunnen bewegen van de schouder is één. De allesomvattende pijn is het serieuze probleem. De zwaartekracht maakte dat wandelen al zeer deed: bij elke stap een pijnscheut in het bovenlijf. Verdoven was de enige optie: tien pijnstillers overdag en THC voor de nacht. In de zomer begon het beter te gaan; de pijn zwakte af. En met hulp van fysiotherapie ging ik langzaam vooruit. Maar ik werd vreselijk somber van het koele natte weer. Veel grenzen gingen open en die van Japan bleef potdicht*. En hoe meer ik daar bij stilstond, hoe vervelender dat voor me werd. Ik begon met opruimen. Niet zomaar een beetje

Doe wat je wilt en alles komt goed

Elke dag hoor ik ‘ik ga douchen’ en ‘ik ga boven’.  Waarom is dat laatste niet goed? Het is immers: ‘I go upstairs’?  Het zijn kleine dingen die me opvallen, omdat mijn gastzoon Nederlands leert. Zal ik er iets van zeggen of niet? Het is al heel fijn dat Haruto aangeeft dát hij naar boven gaat, want dat heb ik hem moeten leren. Dat het netjes is als je af en toe iets zegt. Zeker als je naar boven of naar buiten gaat. Ik vraag me af waarom Haruto zich zo muisstil door ons huis begeeft. Is de manier waarop je ruimte inneemt cultuurbepaald? Ik denk van wel. Ik ben goed in observeren. In mijn tijd op de pedagogische academie was dat een ‘vak’. We kregen leerling-observatie-opdrachten mee op stage. Heerlijk vond ik het om bepaald gedrag te turven vanuit een stoel achterin de klas. Je kunt daar zoveel informatie uit halen. Het is een tweede natuur geworden. In elke cultuur kennen we gewenst en ongewenst gedrag. Iedere opvoeder weet dat je gewenst gedrag kunt stimuleren en dat je ongewens

Level up!

Je fietssleutel ligt binnen handbereik en je aait liefdevol de lange haren van Ekko, die zich uitstrekt over de plek waar net nog je ontbijtbord stond. Je draagt je zwarte hoodie met capuchon en daaroverheen het rode dons jack van je vader. Als ik om acht uur beneden kom, vraag ik of je Ekko zult missen. Je zegt ja.   Na school fiets je naar je nieuwe gezin. Een volgende stap in je culturele uitwisselingsjaar. Het gaat anders dan toen je bij ons kwam. Zo weet je van deze mensen nog vrijwel niets: je weet geen namen en hebt alleen een adres. Op de kennismaking dag gooide een positieve test roet in het eten en nu de familie uit quarantaine is kom je meteen voor het eggie. Je blijft daar tot de zomervakantie. Straks zul je voor de laatste keer uit Heiloo vertrekken, om de inmiddels bekende zes kilometer langs de uitgestrekte polder te fietsen. Vanaf morgen kun je het lopend af. Je komt in een gezin met kinderen terecht. En in plaats van katten zijn daar vissen in huis. Dochterlief mag